30 april 2012

Ierland 4 / Noord-Ierland


We zijn op 11 april van Clifden vertrokken en daarbij zijn we verder door de Connemara gereden, waarvan slechts een gedeelte National Park is, maar dit deel is veruit het mooiste. Zoals reeds eerder gezegd, is dit een streek van vele meertjes en moerasgronden, de ons inmiddels bekende “bogs”. Uit deze bogs wordt op vele plaatsen turf gewonnen. Het was duidelijk dat dit niet meer te lijve, maar wel machinaal gebeurde. Ik was er al behoorlijk zeker van dat dit met rupsvoertuigen gebeurde, daar deze grond totaal geen draagkracht heeft, maar zo gaat het ook natuurlijk : dubbele voorwielen en driedubbele achterwielen J.

Het weer was wat omgeslagen en we kregen regelmatig regenbuien. Daarom reden we een flink stuk verder over de belachelijk slechte wegen. Hier moet je eigenlijk niet van de weg afgaan om off-road te rijden… We hadden ook al dikwijls opgemerkt dat er op de verpakking van gebak met grote letters stond :” made with fresh buttermilk”. Dat kan ook niet anders met zulke wegen, van zodra melk moet vervoerd worden, wordt het automatisch “buttermilk”J. We reden tot in de county Donegal en daarbij kwamen we in Ballyshannon, een mooi gelegen stadje. Dit is de geboorteplaats van de fantastische, en veel te vroeg gestorven rock/bluesgitarist Rory Gallagher. Ondertussen is dit het lievelingsbedevaartsoord geworden van vele geestelijken, onder wie Roger Vangheluwe, omdat Rory Gallagher hun lijflied “Messin’ with the kid” heeft geschreven…

We reden verder en kwamen terecht in een landschap van “glens”, valleien met snelstromende riviertjes, heel desolaat, er lopen enkel schapen rond. Op de top van een van de bergen, want er zijn natuurlijk bergen, anders zouden er geen valleien zijn…, vonden we een plaats in de buurt van enkele windmolens. De volgende dag was het opnieuw zonnig en reden we weer een stukje verder. Daarbij staken we zowat zonder te weten de grens over en waren we in Noord-Ierland. Er zijn geen grensposten of militairen, niks. Voor de zoveelste keer moesten we de inhoud van onze portefeuilles omwisselen, want in Noord-Ierland worden Britse ponden gebruikt en geen euro’s  zoals in de republiek Ierland. We vonden een plaatsje aan de rand van een bos op zo’n 7 km van Garvagh. ’s Namiddags gingen we nog even naar het stadje, maar het liet een nogal triestige indruk na, totaal geen ziel. Daarbij kwam nog dat we daar ondervonden dat Noord-Ierland nog duurder is dan Ierland zelf. Alles is er duurder, ook de brandstof, maar de brandstof dat hadden we verwacht aangezien dit opnieuw het UK is, en hadden dus in Ierland zelf al getankt. Op vrijdag de 13e zijn we naar een paar van Noord-Ierlands meest bekende plaatsen geweest. Aan de noordelijke kust ligt een speciaal natuurfenomeen : The Giant’s Causeway. Dit zijn zo’n 38.000 (’t is van horen zeggen, we hebben ze niet geteld) zeskantige basaltkolommen die uit de zee oprijzen. Verschillende legendes doen de ronde over het ontstaan ervan. Een ervan: de reus Finn Mc Cool zou dit pad aangelegd hebben om naar zijn lief te gaan die op één van de Hebriden woonde. Ja, allo, als het voor hem hetzelfde is, dan mag hij het de volgende keer wel wat meer effen leggen, want het ligt toch wel zéér onpetsjuistig…Toen we daar aankwamen, zagen we dat er zes pond diende betaald te worden om op een parking te staan. Wij zijn zo’n 300 m verder gereden en hebben de camion op een stuk gras gereden, het lag ook wel onpetsjuistig, maar dat was geen probleem én gratis. Nu zijn ze bezig met een zeer prestigieus project te bouwen met parkings etc, het zou wel kunnen dat er mettertijd sowieso dient betaald te worden om naar diene reus zijn werk te gaan kijken. Al bij al moeten we wel zeggen dat het iets speciaals is. Nu waren er maar enkele bezoekers, maar in het seizoen is dit waarschijnlijk wel anders…
The Giant's Causeway

Van daaruit zijn we verder gereden naar het volgende dat op ons programma of draaiboekJ (voor een keer dat we er een hadden…) stond: De Bushmills Distillery, de oudste whiskey stokerij ter wereld. We kregen een rondleiding en de nodige uitleg over het distilleer- en rijpingsproces. Daarna mochten we naar hun café en mochten we kiezen welke van hun whiskey’s we wilden drinken. We hebben er twee verschillende gedronken, de ene was 12 jaar oud en ddde andere wasz …euh…allee…euh…hik…euh da we tttnie mer zzzjuust weetn…
Bushmills
Na gegeten te hebben, ging het wat beter en zijn we verder gereden en kwamen we weer in de glens, de bergen en valleien. Daar vonden we een plaats op een van de bergen en wederom werd het een zeer rustige nacht.

 Daar we van plan waren om na Noord-Ierland, Schotland onveilig te maken, hadden we dus opnieuw een ferry nodig. Er zijn twee ferry-diensten :  P&O vanuit Larne en Stenaline vanuit Belfast, beiden varen naar Cairnryan in Schotland. Larne en Belfast liggen maar enkele tientallen kilometers van elkaar verwijderd, dus hadden we graag een staanplaats gehad ergens tussenin. Daarbij hadden we graag niet te ver van een dorp of stad gestaan waar de trein naar Belfast passeerde. Deze keer waren we wel zeer veeleisend dus…Maar we vonden er wel een zekers. Op ongeveer 5 km van Carrickfergus reden we op een bepaald moment op een smal weggetje dat overging in een aardeweg. Daar vonden we een plaats dichtbij een meertje : Lough Mourne. Geen idee van wie die grond was, maar we hebben er weer zo’n vier nachten gestaan. ’s Namiddags gingen we nog eens naar Carrickfergus, maar daar viel niet zo veel te beleven. Er stond wel een burcht, waar een pas getrouwd stel een fotoshoot had inclusief limo’s en doen en ollemolle. Het jongste bruidsmeisje (een jaar of drie) was er op een bepaald moment tussenuit geknepen en niemand van de feestvierders had het in de gaten. Toen heeft Lieve het kind bij hen teruggebracht, en als dank wilden ze wel even poseren voor onze camera. We gingen ook even binnen in het treinstation om er een uurregeling te halen. Indien we een trein namen na de spits, na 9u30, ging er een derde van de prijs vanaf. Daarna gingen we terug naar de camion, een stevige klim trouwens want Carrickfergus ligt aan zee. Waarom moet die zee altijd zo laag liggen? De volgende morgen, de zondag, passeerden er drie endurorijders die rechtsomkeer maakten om de camion nader te bekijken. De eerste die stopte zei: “ That’s the coolest thing, I’ve ever seen”. Daarop wilden ze er alles van weten en wilden ze ook foto’s van zichzelf met hun motoren bij de camion.
 Nadat ze vertrokken waren, maakten we nog een wandeling verderop de aardeweg en bovenop de heuvel gekomen zagen we de zee met aan de overkant de kust van Schotland. Op deze plaats is Schotland maar 22 mijl ( ongeveer 36 km) van Ierland verwijderd. Toen we weer in de camion waren, kwam een man die wat verderop woonde afgewandeld en hij vroeg of we niks nodig hadden, water bijvoorbeeld? We vroegen hem binnen en hij was zeer geïnteresseerd in de camion en vroeg ons het ei uit ons gat. Hij vroeg ons ook wat onze plannen waren voor ’s anderendaags. We zeiden hem dat we graag met de trein naar Belfast zouden gaan want daar was er een heel groot gebeuren ivm de Titanic. Dat weekend was het juist 100 jaar geleden dat de Titanic was gezonken. Dit bootje werd in Belfast gebouwd, vandaar dat er daar veel om te doen was. De buurman, die trouwens naar de naam Alan luisterde, tenzij hij geen goesting had waarschijnlijk, zei ons dat hij de volgende morgen vroeg nog iets moest leveren, maar dat hij ons gerust naar het station wilde voeren en nog terughalen ook…Komt da tegen, nu hadden we nog een taxi ook! We spraken af en de volgende morgen werden we dus gevoerd naar het station. Hij gaf ons ook zijn GSM-nummer zodat we hem konden opbellen en hem het tijdstip zeggen waarop we terug in het station gingen zijn. Heen en weer kostte het ons zo’n 7 pond met de trein, parkeren in Belfast kost meer. Belfast is een grote stad, maar geen grootstad, niet zoals Brussel bijvoorbeeld. We gingen er naar het nieuwe, heel mooie gebouw waar de expositie over de Titanic doorging. Het was ongeveer 11u30 en toen we naar het loket gingen kregen we te horen dat er geen plaatsen meer waren voor 15u20…, er was een beetje volk dus. Aangezien we daar dan toch waren, hebben we er dus gekocht voor 15u20. Daarop gingen we terug naar het centrum van Belfast, waar we onder andere de City-Hall hebben bezocht, een heel mooi gebouw.
Belfast...
We hadden verwacht militairen te zien of buitensporig veel politie, maar niets van dat alles, de rust is blijkbaar teruggekeerd in Belfast. Er hangen wel heel veel straatcamera’s…’s Namiddags gingen we dus naar de tentoonstelling over de Titanic en we mogen wel zeggen dat het zijn geld waard is, heel het gebouw moet schatten gekost hebben, maar het is een bezoek waard. Je maakt er de hele historie mee, inclusief de ontdekking van het wrak in de jaren tachtig.
Links het expositiegebouw,midden ontwerpbureau's Titanic en rechts scheepswerf.

Na het bezoek gingen we terug naar het station en belden Alan met het tijdstip waarop we zouden arriveren in Carrickfergus. Onze “taxi” was netjes op tijd en we spraken nog af om ’s anderendaags bij hem op de computer te kijken welke ferrydienst de goedkoopste zou zijn om ons naar Schotland te varen. Hij ging ons ook zijn poezen tonen, zei hij. Nu wil het toch wel lukken zekers dat er weinig dingen zijn die ik liever zie dan een mooie poes, dat beloofde dus… De volgende morgen gingen we bij hem langs en hij had al gekeken wat het interessantste was, te gek toch die kerel? Stenaline in Belfast bleek het goedkoopste te zijn. Die ferries blijven duur, maar je hebt niet veel keuze als je op een eiland zit…De volgende keer een amfibievoertuig maken misschien JJ?
Amfib...? Toch maar niet...
We kregen nog Alan’s code om met onze laptop op internet te kunnen en konden zo nog onze mails bekijken ook. Na intergenet te hebben, toonde Alan ons zijn poezen. Samen met zijn madam kweekt hij poezen, het juiste merk ben ik vergeten, maar het zijn er met een platte smoel. In iedere kamer van het huis zaten er een aantal exemplaren en de katers hadden een plaats in een hok buiten omdat ze te stijf stinken. In totaal hebben ze 22 volwassen exemplaren en 14 jongen!
Nu weten we hoe het komt dat katten in het donker zien, ze hebben halogeenlichten.....:) :)

 Dan vroeg hij of we geïnteresseerd waren in modelvliegtuigen. Vaneigens dadde! Hij troonde ons mee naar zijn werkplaats en toonde ons een aantal exemplaren. We hadden kleine vliegtuigjes verwacht, maar sommige modellen zijn schaal 1/4e! Er zijn er met een 90cc motor, ge moet ne keer peinzen! Zonder zever, het is wel een zeer interessante hobby. Hij toonde ons hoe alles werkte: de servomotortjes, de zender, de uitklapbare landingsgestellen, enz. De laatste tijd is ook hier alles veel geëvolueerd, sommige onderdelen werken op perslucht : er gaat een drukfles in aluminium mee in het vliegtuig om onderdelen van perslucht te voorzien, prachtig!
Alan met een van zijn modellen

De volgende morgen vulden we nog onze watertanks bij Alan en namen toen afscheid. De zoveelste vriendelijke mens van wie we afscheid moesten nemen… We reden naar de ferryterminal in Belfast en we konden nog mee met de overtocht van 11.30u. Om 14u kwamen we aan in Cairnryan in Schotland en zetten koers naar het noorden, maar dat is natuurlijk weer voor de volgende keer of wat had je wel gedacht misschien?

Connemara

Winkelstraat in Belfast met op de achtergrond de Cityhall.

Lieve met haar poes...:)

Water tanken bij Alan

Laatste blik op Belfast.


2 opmerkingen:

  1. Leuke verjaardagsfoto! Supertaart (wel wa klein) maar dunne drank... ;-)
    C, JC en T

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt! We hebben de Cola een beetje moeten aanlengen , hij was te straf...:)

      Verwijderen