10 april 2012

Wales 3

Van bij onze vrienden, de familie Roberts in Llanderfel  zijn we op 13/3 vertrokken en tot in Porthmadog gereden. Onze GPS had ons wijsgemaakt dat er een Aldi was, en hij had gelijk. Daar hebben we flink wat inkopen gedaan omdat we al met Ierland in het achterhoofd zaten. In Ierland is alles, behalve de brandstof, een flink stuk duurder dan in Wales. Engeland en Wales valt echter niet te duur uit voor ons Belgen. Sommige dingen zijn zelfs een stuk goedkoper dan in België. De brandstof is echter duurder. Vanuit Porthmadog reden we verder langs de kust om dan weer de binnenwegen in te slaan. En het werd weer heel nauwtjes . Gelukkig kom je niet zo dikwijls tegenliggers tegen. Ergens in de buurt van Llangybi zagen we plots een jeep staan met een schapentrailer.
De boer en zijn vrouw gingen net beginnen schapen laden. We stopten en vroegen hen of ze een plaats voor ons wisten. Ze zeiden dat we gerust op deze  weide mochten staan, aangezien ze de schapen er aan het weghalen waren. Toen we zagen dat ze problemen hadden om de beesten op de trailer te jagen, zijn we bijgesprongen, waar ze heel blij mee waren. De boeren dan, niet de schapen. Zo’n trailer heeft twee verdiepingen en de schapen zagen het niet zitten om op de hoogste verdieping te klauteren. Je moet ze er echt op sleuren. Ze hadden een Welshe schaapshond mee en het is de moeite om te zien hoe zo’n hond elk bevel van zijn baas uitvoert. Een ontsnapt schaap loopt niet lang op vrije voeten, hij heeft het rap te scheren. En ze moesten toch nog geschoren worden, dus…
wilde achtervolging...
Na de middag kwamen de boeren nog een tweede lading schapen halen en ondertussen waren wij de weide opgereden. We hadden diepe sporen getrokken in het begin van de natte weide, maar de boer zei dat het geen probleem was, dat ze er de volgende week toch met de tractor opmoesten. Nadat we geholpen hadden met het laden, hebben we samen met hen nog een kop koffie gedronken in de camion. Ze vertelden dat hun gebuur met plannen zat om rond te trekken en een autobus daarvoor in te richten. We zeiden dat ze gerust met hem een kijkje mochten komen nemen, indien hij geïnteresseerd zou zijn. De volgende dag gingen we te voet naar Criccieth, een kuststadje, heen en weer zo’n 25km, langs rustige binnenwegen. Daar kwamen we een man met een tractor tegen die de poort van zijn weide aan het openmaken was. Hij zei vriendelijk goeiedag en toen we hem voorbij waren, keken we naar elkaar: “Dat was precies Anthony Hopkins”. De man kon een tweelingbroer geweest zijn, echt waar. Hij reed de weide op en we riepen nog : “Anthonieke, ge zijt een toffe jongen, alstublieft, kom terug!” Maar daar had hij geen oren naar, de rekel.
Die avond kwam de buur met zijn geboer…euh…de boer met zijn gebuur naar de camion kijken. De kerel was zeer enthousiast en nam een lading foto’s. Hij vroeg naar onze verdere reisplannen en zei dat de westkust van Ierland zeer mooi was en de Ieren heel vriendelijk. “You will never be alone in Ireland, you will allways have a drunk next to you…J.
De volgende dag gingen we nog naar een ander kuststadje, toevallig opnieuw aan de zee gelegen, met de naam Pwllheli (uit te spreken als Pwllheli…).
Op 16/3 zijn we van “onze” weide vertrokken en een stuk verder gereden tot zo’n 15 km van de stad Bangor. We waren weer wat binnenwegen ingeslagen toen we op een bepaald moment in een heel smal kronkelend  straatje reden. Het was echt wel heel smal, met aan weerszijden stenen muurtjes en de takken waren weer deftig “schreven” aan het trekken in de camion, maar we hadden dat wel eerder gehad…Plots werd het echter nog smaller en dat was het dan: geen doorkomen meer aan…Achteruit dus! We moesten achteruit een bocht nemen en dat heeft toch wel een kwartiertje gemanoeuvreer gevergd… Voorwaarts was het niet zo moeilijk geweest, maar achteruit kan je die achterkant niet zomaar een stuk opschuiven. De grote voorwielen konden maar een heel klein beetje zwenken doordat ze tegen de stenen muurtjes zaten. Het werd dus een heen en weer gerij om U tegen te zeggen. Je zou er evengoed iets anders kunnen tegen zeggen, maar normaal wordt er “U” gezegd. Alle geluk op een stokje (of zoiets) dat ik indertijd de onderrijbescherming (dat zwart ding aan de onderkant vanachter) zodanig gemaakt heb dat ik deze vanuit de cabine pneumatisch kan ophalen, dat gaf ons wat meer ruimte. Het zou niet de eerste keer zijn dat een camion zich vastrijdt en dat er een kraan moet bijgehaald worden. De kosten daarvoor, daar wil je liever niet aan denken…Nu,uiteindelijk zijn we daar weggeraakt en zijn we zo’n 5 km voor Bangor in Caerhus opnieuw beginnen zoeken naar een staanplaats via binnenwegen om daar opnieuw vast te rijden…Da’s nie waar zulle,… ge zijt zeker zot, ons zo doen verschieten, wat zijn dat voor manieren! We kwamen een boer tegen met de tractor en we vroegen hem of hij plaats wist voor ons. Hij wilde ons niet op een weide laten rijden omdat we teveel schade zouden toebrengen wegens te nat, maar we mochten hem wel volgen en kregen een plaats op het hof. We stonden er zeer rustig en hadden zicht op de Snowdon (berg).
Snowdon
Boer Huw bleek een heel brave jongeman die zelf aan ons vroeg of we niks nodig hadden, water bijvoorbeeld. Als echte Welshman moest hij niet veel weten van de Engelsen en wist hij veel over de geschiedenis van de Kelten (de Welshmen zijn Kelten). Hij wist ook veel over de wereldoorlogen en de loopgravenoorlog in Vlaanderen. Hij wees ons ook een pad dat begon aan het hof en waarlangs we te voet naar de stad Bangor konden, wat we dan de dag daarop dan ook prompt deden. Bangor is een stad met vele winkels, die ons niet zo erg interesseerden, maar de pubs des te meer. Aanrader: The Fat Cat, wegens het lekkere eten. De volgende dag gingen we te voet naar the Isle of Anglesey via de hangbrug . Aan de overkant is het dorp Menai Bridge, waar echter niet veel te beleven viel omdat het zondag was.
Menai Bridge
 De maandag gingen we opnieuw naar Bangor om commissies te doen en te internetten. Op dinsdag 20/3 vertrokken we van bij boer Huw, na water getankt te hebben, richting Holyhead op het eiland Anglesey waar de ferry naar Dublin in Ierland vertrekt. Daarbij moesten we het dorp met de langste naam passeren, we gaan hem hier niet opschrijven, je kan hem lezen op de onderstaande foto’s, de Engelse vertaling staat eronder. Den eersten die hem vanbuiten kent en correct kan uitspreken, zou zich beter met iets anders bezighouden. Huw had ons verteld dat de naam oorspronkelijk een stuk korter was, maar dat ze er nog een stuk aangebreid hebben vanwege het toerisme.
Station van .............................................................
Rond de middag bereikten we de ferry-terminal in Holyhead. We konden nog mee met de ferry van Stena-line die om 13.50u zou vertrekken. De overtocht duurt zo’n 3u15min, dit betekende dat we netjes op tijd zouden in Dublin zijn om in de spits te belanden, joepie! Maar dat is al Ierland en dus voor de volgende keer…
Erwin en Boer Huw

Op de boot......

laatste blik op Wales

Oude Rus...(die zonder muts) :) :)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten