25 april 2012

Ierland 3


Vanop het Dingle schiereiland zijn we een stuk noordwaarts gereden tot we een plaats vonden aan de rand van een dennenbos in de buurt van Ballygoonaun, ergens tussen Limerick en Galway. We stonden er rustig en zo’n half uurtje later stopte er een camionnette bij ons. De bestuurder stapte uit en we gingen er naartoe om te praten. Hij vond de camion de max en nam nog wat foto’s ervan. Hij zei dat we daar normaal gerust mochten staan, maar dat ze nu toevallig de volgende morgen met zwaar materieel die dennen zouden komen oogsten, omzagen dus. Hij kwam ervoor zorgen dat ze met hun zware machines niet zouden haperen aan de kabels. Maar hij zei dat er nog plaatsen waren om te staan indien we iets verder het volgende baantje rechts zouden inslaan. We bleven nog een tijdje praten en hij vertelde dat de landbouw en de bosbouw nu zowat de enige sectoren waren die het goed deden in Ierland. De rest was behoorlijk rampzalig, zeker de bouw. Hij vertelde dat vele jongeren naar Australië maar ook naar Engeland uitweken om er werk te vinden. We hadden al gezien dat er overal een enorm aantal nieuwe huizen waren gebouwd. Een doorsnee huis hier heeft de omvang van een villa in België, niet te schatten. Op postkaarten zie je altijd die mooie, kleine stone cottages staan, maar die zijn nu ver te zoeken. Iemand die 20 jaar geleden naar Ierland op vakantie kwam, zou nu waarschijnlijk met open mond rondrijden. Wij doen dat niet vanwege de “midges”, de zwermen kleine vliegjes die rondvliegen… De man vertelde ook dat de banken de mensen enorme leningen toestonden en dat er heel velen meer geleend hebben dan dat ze kunnen betalen. Ook mensen alleen hebben kasten van huizen laten bouwen. We namen afscheid van de man en we vonden inderdaad een nieuwe plaats wat verderop. De volgende morgen vertrokken we naar één van de bezienswaardigheden van de westkust een tiental kilometer verder: the cliffs of Moher. Dit zijn kliffen (dat had je niet gedacht hé) die loodrecht, of hoogstens een beetje scheef, uit de zee oprijzen. Daar aangekomen zagen we dat er grote parkings gemaakt waren waar je 6 euro diende voor te betalen. Alles in de wijde omgeving is omheind met stenen muurtjes en poorten, zodanig dat je in feite geen andere keuze hebt dan te betalen als je die kliffen wilt zien. En dit is nu echt iets waar wij niet aan mee doen: wij betalen niet voor iets wat er al miljoenen jaren is. Iets wat door mensen is gebouwd, heeft geld gekost en kost dan nog voor onderhoud, dus het is normaal dat je daarvoor dient te betalen, maar iets dat door de natuur is gemaakt: vergeet het! We zijn dan ook enkele kilometer verder gereden en zijn dan tot op de pier van Doolin gereden. En vandaar hebben we de kliffen alsnog gezien, nè!
Doolin,met op de achtergrond Cliffs of Moher

Daarna reden we verder tot in the Burren, een heel bijzondere streek met heel veel keien en rotsen, soms op een maanlandschap gelijkend. Niet dat we al op de maan geweest zijn, maar Buzz Lightyear…euh…Buzz Aldrin, die wél al op de maan is geweest, zei dat het precies the Burren was, de laatste keer dat hij ’t onzens was…We vonden er een plek om te staan en konden rondom ons kilometers ver kijken, precies zoals op de maan. Niet dat we al op maan geweest zijn, maar B…of heb ik dat al gezegd? We maakten er nog een fikse wandeling en waren net op tijd terug in de camion. Op een kwartiertje tijd hebben we zon, hagelstenen, sneeuw en regen gehad. Precies zoals op de maan. Niet dat we al op…of heb ik dat al gezegd?
The Burren

Staanplaats The burren
De volgende dag, 4 april, zijn we verder gereden tot in de buurt van Galway. Iedere Ier die ons tips had gegeven, had gezegd dat we zeker naar Galway moesten gaan. Dit is een bruisende studentenstad waar er altijd wel iets te beleven valt. Zo’n 15 km van Galway-centrum vonden we een plaats in de heuvels op een min of meer harde ondergrond tussen de bogs (moerasgrond). Killagoola zei onze GPS. Dat zal dan wel zeker, hé. We maakten ’s namiddags nog een wandeling naar Moycullen, zo’n 5 km verder en deden er wat inkopen. De volgende morgen gingen we met de fiets naar Galway, dit is eigenlijk het ideale vervoermiddel om naar een stad van enige omvang te gaan. Er dient anders flink betaald te worden voor een parkeerplaats. Zoals zowat alles is ook dit duur in Ierland. De brandstofprijs is vergelijkbaar met de prijs in België, maar al de rest is veel duurder. De Guinness is gelukkig goedkoper. In Galway zijn er verkeersvrije straten met tal van winkeltjes en pubs en vele straatmuzikanten. Zo zijn we in een pub geweest “the Quays”, dit is zonder twijfel de mooiste pub waar we al binnen zijn geweest. Jammer genoeg wisten ze dat ook en was alles er dan weer wat duurder dan elders.
The Quay street
Op het terras van een andere pub begonnen een paar mannen te praten met ons, want zo zijn ze wel : zeer open en “welcoming” zoals ze dit zo mooi zeggen in het Engels. De ene was een professionele pianospeler en de andere euh…niet. Ze hadden het over de economische situatie in Ierland en waren in het geheel niet te spreken over de houding van Duitsland en in het bijzonder dus van Angela Merkel, daar moesten ze niks van weten. Indien ik Angela Merkel was, dan zou ik me niet in een Ierse pub vertonen. Dus Angela, als je dit leest, niet doen!!
The Pianist...
In de bib van Galway konden we weer een uur gratis op het net en we hadden geluk want tijdens het ganse paasweekend zou het gesloten zijn. De volgende dag,de vrijdag,  gingen we niet naar Galway omdat we gelezen hadden dat er de volgende dagen een Foodfestival was, en dit wilden we wel even bezoeken. We waren wat aan het opkuisen en een nieuwe binnenband aan het steken in een fiets, toen er een wagen stopte. De man stapte uit en zei dat hij in een huis woonde zo’n 400 meter verder. Hij vroeg of we iets nodig hadden en indien we water wilden, dat we gerust naar zijn huis mochten rijden en water tanken.” Achteraan het huis is er een kraan”, zei hij. En weg was hij. Te gek, toch? Hier moet je zelf niet meer kijken waar je water kan tanken, ze komen het zelf vragen.

De zaterdag gingen we opnieuw met de fiets naar Galway en gingen even naar dat Foodfestival kijken. Er stonden enkele kraampjes waar plaatselijke winkels hun waren aanprijsden. Er viel echter niet al te veel te proeven, in feite was het niet om over naar huis te schrijven. Oei, en in zekere zin ben ik nu toch bezig… Op hetzelfde terras kwamen we de pianist weer tegen en hij vertelde dat hij nog een tijdje in Brussel had verbleven om er te spelen. Wij zeiden dat we van plan waren om het volgende weekend in de buurt van Clifden te zijn omdat we gelezen hadden dat er een muziekfestival was. “Inderdaad”, zei hij “ik moet daar gaan spelen, kom gerust af”. Hij gaf ons de naam van de zaak waar hij moest spelen en we zeiden dat we mogelijks even zouden langskomen. De rest van de namiddag hebben we nog wat pubs bezocht. We proberen hier zo veel mogelijk Guinness tot ons te nemen omdat het hier goedkoper is dan in België. Dat is dan al een werk dat gedaan is, dat moeten we dan niet meer doen als we terug zijn…
Leuke winkeltjes in Galway
De volgende dag gingen we nog water tanken bij de gebuur. Zij hebben water van de waterleiding maar moeten daar niet voor betalen,…”nog niet”…, zeiden ze.

De volgende dag, 9 april, zijn we vertrokken en zijn door de Connemara tot Dooneen, in de buurt van Clifden gereden. De Connemara is een heel mooie streek met heel veel meren en bogs. Het eigenaardige is dat we geen mensen hebben zien staan zwaaien met hun zakdoek… In België moet het woord “Connemara” maar gehoord worden op een trouwfeest of zowat iedereen gaat op zijn stoel staan om als een gek te beginnen zwaaien met zijn servet. Raar, niet gezien hier. Nochtans heb ik regelmatig luidop “Connemara” gezegd in een pub, maar geen reactie, niemand die op zijn barkruk ging staan…
De volgende dag gingen we te voet naar Clifden om meer te weten te komen over dat muziekfestival. We vonden er een internetcafé en konden voor een schappelijke prijs de blog nog wat aanvullen. In de toeristische informatiedienst vroegen we naar het muziekfestival van het volgende weekend, maar ze vielen eerst uit de lucht. Toen zeiden ze : “O ja, maar dat zijn enkel optredens in de pubs…” Net zoals overal in Ierland dus…J. Dan vroegen we waar we de zaak konden vinden waar “onze” pianist zou spelen, en de dame wist waar het was, het was niet in Clifden, maar  in Renvyle, zo’n driekwartier verder met de wagen… Wat een kapoentje van een pianistje…De volgende dag zijn we verder gereden, “muziekfestival” of niet…

Volgende keer: Ierland 4
Clifden
Connemara

Hagelstenen in de Burren...

regenboogje in de Burren...



1 opmerking:

  1. ik weet niet zo goed waar ik dit bericht moet achterlaten (je weet wel dat ik niet zoveel van de pc ken...)maar lans deze weg:een heeeeeeel gelukkige verjaardag lieve!!!!!!!!!!!!!!!!!van je collega debora(ik blijf jullie volgen!)

    BeantwoordenVerwijderen