22 maart 2012

Zuid-west Engeland

Op 23 februari waren we dus gearriveerd op de ferry-terminal in Santander en gingen naar het hoofdgebouw inlichtingen nemen over een eventuele overzet. We konden die dag nog mee en de prijs was beter dan verwacht, dus dat werd een snelle beslissing. Naar Bretagne rijden en dan nog een ferry nemen naar Engeland zou duurder uitgevallen zijn. De overzet van Santander naar Portsmouth neemt een kleine 24 u in beslag en standaard krijg je een slaapstoel toegewezen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bij te betalen voor een slaapkabine. Hoe meer je betaalt, hoe luxueuzer natuurlijk. Een standaard cabine is echter al goed genoeg, daar heb je al douche en WC, dus… Een slaapstoel is een klotegedoe van jewelste, daar doe je geen oog dicht door passerende passanten die dan nog eens voorbijkomen ook. We hadden dus onze tickets en de we kregen van de check-in een plaats toegewezen op de parking naast een Engelse camionnette die nog een jeep sleepte.
Na het uitstappen begonnen we te babbelen met de Engelsen, een koppel met drie kinderen. Het klikte onmiddellijk en het werd een fijne namiddag, waarbij we een hoop tips kregen over wat we konden bezoeken en waar we beter wegbleven. Barry, want zo was zijn naam, vertelde ons dat we beter wegbleven van Zuid-Wales en in het bijzonder van Merthyr Tydfil, dat de hoogste werkloosheid heeft van het UK en waar er veel stoute dingen gebeuren. Barry gaf ons nog zijn kaartje en zei ons dat hij plaats genoeg had thuis voor de camion en dat we zeker moesten langsgaan indien we konden. Ze wonen echter in Lancashire, wat niet direct één van onze doelen is, maar je weet maar nooit. De ferry kwam op tijd aan en na het ontschepen van onze voorgangers begon het inschepen en we kregen een plaats tussen een aantal grote broers.
veel verloren plaats is er niet.....
Het schip vertrok om 17.30u en bij het wegvaren konden we nog voor de laatste keer de besneeuwde toppen van de Picos de Europa bewonderen. Op zo’n ferry is het wel geestig, je hebt restaurants, bars, winkels en je bent op je gemak, je moet niet meer rijden, er mag dus al eens iets genuttigd worden. Door het schommelen van het schip , de kapitein had waarschijnlijk ook iets genuttigd, werd Lieve na twee happen van haar avondmaal een beetje bleek rond de neus en was het avondmaal voor haar vlug voorbij. Voor mij niet, want zodoende zag ik mij genoodzaakt om het hare ook tot mij te nemen, een mens kan toch afzien…De volgende dag was de zee kalm en het schip kwam dan ook op tijd( plaatselijke tijd dan want we moesten ons uurwerk weer aanpassen aan de Engelse tijd) om 16.30u aan in Portsmouth. Het duurde echter tot 17.15u eer het onze beurt was om te ontschepen, waarna we, zoals we al verwacht hadden, naar de Customs (douane) gestuurd werden voor controle. Het feit dat we als Belgen zijnde vanuit Spanje de boot namen naar Engeland in plaats van naar België terug te keren zal wel verdacht geleken hebben. De controleurs waren jonge gasten die zeer geïnteresseerd waren in de camion en er allerlei vragen over stelden en ook kwistig waren met complimentjes erover, maar ondertussen controleerden ze wel alles met hun pielelucht. We konden plots horen dat één van hen over zijn walkietalkie te horen kreeg: “you better check these guys”, waarna een camionnette achter ons aanschoof met een paar overjaarse hippies er in. Wij mochten aldus direct vertrekken en ze concentreerden zich op de volgende gelukkigen. Ondertussen was het halfdonker en we kregen niet veel tijd om te wennen aan het averechts rijden, we kwamen onmiddellijk terecht in de verkeersjungle (het was vrijdagavond…). We reden enkele tientallen kilometer en sloegen dan enkele smalle baantjes in van het National Park The South Downs. We besloten om een plaatsje te zoeken (ondertussen was het pikdonker) langs de binnenweg en vonden er één nabij Upham. Je mag er eigenlijk niet overnachten omdat het National Park is, maar daar hebben we onze saveer aan geveegd, ze moeten het maar zo vlug donker niet laten worden in Engeland. We hadden een heel stille nacht en we stonden vroeg op. Eerst dan zagen we hoe de omgeving er uit zag en het zag er heel groen (niet geelgroen)  uit, met inbegrip van fazanten en grijze eekhoorns. We vertrokken heel vroeg en reden westwaarts tot in de streek Dorset. Daar sloegen we op een bepaald moment een smal baantje in en gingen er langs de kant om eens op het gemak te kijken welke richting we zouden uitrijden. Plots kwam er een Audi langsgereden en de jonge bestuurder begon te praten. Even daarvoor was zijn lief aan de camion voorbijgereden en ze had hem gebeld met de melding dat er een omgebouwde Unimog langs de weg stond. Daarop had hij alles laten vallen en was als de bliksem tot bij ons gereden. Het jonge koppel was zelf van plan om op deze manier te reizen, maar had nog geen voertuig. Hij nodigde ons uit om hem te volgen tot zijn ouderlijke thuis waar ze wel plaats zouden hebben voor ons zei hij. We reden door een omgeving met chique landhuizen en Lieve zei lachend : het zou eens zo’n huis moeten zijn! Waarop de Audi inderdaad de dreve van zo’n huis insloeg…
Thuisbasis van de familie Emson
We mochten er op de oprit staan zolang we wilden. De jongeman, Rupert ,en zijn familieleden waren heel enthousiast over de camion en allemaal kwamen ze een kijkje nemen. Even later kwam Ruperts lief Lucy er ook aan (zou ze er eigenlijk wel mogen aankomen aangezien ze nog niet getrouwd zijn..?). Ze stelden honderduit vragen over de camion en onze manier van reizen. ’s Namiddags gingen Rupert en Lucy, broer Ben en vrouw Fiona en wijzelf nog een wandeling maken door het prachtige, groene, heuvelachtige landschap van Dorset.
Rupert,Lieve en Ben...
We gingen naar een heel oud, schilderachtig dorpje, Plush, waar de plaatselijke pub echter niet open was van waarom dat hij gesloten was. Toen we terug “thuis” waren, hebben we er samen nog enen gedronken en we werden uitgenodigd om samen met hen om 20.00u te dineren… Het werd een heel lekkere maaltijd : eerst aperitief, dan stukjes gebraden eend in een opgerolde pannenkoek, daarna lamskoteletjes met muntsaus, wortel, broccoli en puree en als afsluiter een rabarbercrème met merengue. Dit alles met de nodige hoeveelheid wijn natuurlijk, meer moet dat niet zijn… Des anderendaags, op 26 februari, hebben we nog wat gegevens uitgewisseld en aangezien iedereen (behalve vader James)die dag terug zou keren naar Londen, waar ze wonen en werken, zijn we er dan toch maar vertrokken. We waren er wel langer gebleven indien we bijvoorbeeld op een weide stonden, maar aangezien we op hun oprit stonden, dat wilden we James niet aandoen…We zetten koers naar het Dartmoor National Park, maar jammer dat het heel mooi weer was. Ja, je leest het goed, jammer. Het was namelijk zondag én mooi weer, dus de helft van Engeland was er. Dat op zich ware nog niet zo erg, ware het niet dat de wegen bijzonder smal zijn. Het werd dus voortdurend vertragen of stoppen om tegenliggers te laten passeren. Jeeps met paarderemorques waren nog de grootste ambetanterikken, inplaats dat ze thuisblijven!
Dartmoor
Op een bepaald moment stopten we op een parking bovenop een heuvel om van het uitzicht te genieten toen er een koppel kwam opgereden met een Jaguar E Convertible van 1969. Nu vind ik dit een van de mooiste wagens ooit, en algauw begonnen we te praten. Zij waren Ieren (en nog waarschijnlijk) en gaven ons verschillende tips voor het geval we in Ierland zouden belanden.
Blijven dromen Erwin,blijven dromen.....:)
 Daarna reden we verder tot in Cornwall waar we een plaats vonden nabij Pillaton. Het was er bijzonder rustig, en ’s anderendaags wandelden we naar het dorp om er enen te nuttigen in de pub “the weary friar”, de uitgeputte monnik dus. Uitgeput van achter kinderen te crossen voorzekers. Daar hebben we voor het eerst sinds vele maanden weer een Guinness kunnen nuttigen, wat naar meer smaakte.
Pillaton
 De dag daarop zijn we inkopen gaan doen in een nabijgelegen stadje, Callington, en toen we een kapsalon zagen, ging Lieve even navraag doen ivm het kleuren van haar haar. Nu blijkt dat ze in het UK niet zomaar je  haar beginnen te kleuren, je moet eerst een “skintest” ondergaan 48 u op voorhand om te zien of er geen allergische reacties zijn. Dit zijn ze verplicht van de verzekering, het werd dus niks met dat kleuren. Op 29 februari zijn we weer vertrokken en aan de zuidwestkust zijn we gestopt in het heel gezellige vissershaventje Polperro. Daar hebben we een deeltje gewandeld van het Cornwall Coast Path. Dit is een wandelpad langsheen de kusten van Cornwall, dit zou je niet denken als je de naam van het pad ziet, maar toch is het zo… Het Devon en Dorset Coast Path sluit daar dan nog eens op aan, dus daar kan je wandelen tot ze gelijk hangen, wat waarschijnlijk wel geestig moet zijn. Oei, nu zet ik mijn leestekens verkeerd, ik bedoelde eigenlijk : Wat waarschijnlijk wel geestig moet zijn, is met een rugzak de kusten, met de kliffen, afwandelen en telkens logeren in een pub in de vele vissersdorpjes . Buiten het seizoen, wel te verstaan, want deze paden zijn heel populair.
Polperro
Die avond vonden we na een tijd zoeken een rustige plaats in de buurt van Roche. De volgende morgen zijn we weer vertrokken en zijn we beland in Newton Tracy in Devon, waar we na een tijd zoeken een staanplaats vonden op een stuk gras voor de oprit naar een weide, een stuk dat we deftig naar de kl… gereden hebben. Het land is zodanig nat dat we er wel 20 cm inzakken. Nu is het wel zo dat de boeren er met hun traktoren ook inzakken, maar dan doen ze het hun eigen aan, en zijn het niet een paar vreemden… De volgende morgen zijn we er weer vertrokken en vonden een plaats op een heuvel in het dorpje Goodleigh, op 5 km van de stad Barnstaple. Even later passeerde de eigenares, boerin Linda, die zei dat we er gerust mochten staan, maar dat ze de maandag in de weide ernaast een windmolen kwamen plaatsen. ’s Namiddags gingen we naar de verderop gelegen stad Barnstaple. Dit is een behoorlijk grote stad , maar wel gezellig. We gingen er naar de bibliotheek alwaar internet 2,20 pond per half uur kostte, maar als lid van de bibliotheek mocht je een half uur per dag gratis. Toen we vroegen hoeveel het kostte om lid te worden, zei men ons dat dit gratis was… Zodoende zijn we nu lid van de bibliotheek in Barnstaple J, hoe zou je zelf zijn? De volgende dag zijn we opnieuw naar Barnstaple geweest om wat inkopen te doen en een paar pubs uit te proberen. Het straatbeeld gaf ons waar voor ons geld, op bepaalde momenten leken we wel in een freakshow te zitten. Opgetutte trezebezen met hun haar in zes kleuren, tattoo’s en piercings alom, het was de moeite. In de kleine dorpjes zie je hen nooit, maar eens in een grote stad, jawadde… Nu vraag ik me af : Als zij hun haar in zes kleuren willen, zouden ze dan zes “skintests” moeten ondergaan..?
Butcher`s row in Barnstaple
De volgende dag zijn we naar de enige pub geweest die het dorpje Goodleigh , waar we stonden, rijk was, om er te gaan eten. Wel voor de prijs moesten we het niet laten, we hebben heel lekker gegeten, in België zou je een stuk meer betalen. De volgende morgen, 5 maart, zijn we verder gereden tot we een plaats vonden nabij Broomfield in Somerset, waarbij we doorheen het Exmoor National Park gereden zijn. Nu was het echter maandag en was er geen verkeer en konden we wel op ons gemakske rondkijken. Ondertussen was ons wel duidelijk geworden dat het vinden van een staanplaats in Engeland niet altijd even vanzelfsprekend  was. Langs de drukke wegen kan je op meer dan genoeg plaatsen staan, maar dan zit je met dat drukke verkeer. Wij slaan de smalle binnenbanen in, maar het nadeel is dat alle landerijen afgebakend zijn met heggen en muurtjes.
Nauwe straatjes...
 Dan zoeken we een plaats naast de binnenweg die groot genoeg is, maar we moeten er wel aan toevoegen dat dit telkens de stilste plaatsen zijn die we al van de ganse reis gehad hebben. Kontakt met de boeren heb je hier niet, want dit zijn hereboeren . Ze werken met volk en die mensen kunnen ons geen plek geven, want zij hebben het niet voor het zeggen. De boeren zelf rijden ons zonder te zwaaien voorbij met hun dikke 4,2 liter Range Rovers 4x4 , waarschijnlijk in hun gat gepekt omdat wij een 8,5 liter 4x4 hebben, maar ze moeten het maar weten…
De volgende morgen zijn we een stuk noordwaarts gereden om via Herefordshire Wales binnen te rijden, dus de volgende keer : Wales.  Doei!!          
"Onzen boot" naar Engeland...

soms is er niet veel plaats over.....

2 opmerkingen:

  1. Krieze uit kortrijk05 april, 2012

    Hey daar Rosse en den walrus,

    Het blijft tof om die blog te lezen.
    Die boer heet perdure en jij erwin op bepaald moment "peretotal" met al diene alcohal. Toevallig geen paaslammetje meegedaan om te verorberen?
    Bedankt voor de paaskaart, we zoeken een gepaste kaart om terug te sturen. zoenen kris en birgit

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. jullie moeten niet denken van er zomaar vanaf te komen,die zoenen hebben we nog te goed...:) :)
      Vele groeten,
      E en L

      Verwijderen