10 maart 2012

Galicie

We waren dus vertrokken vanuit Noord-Portugal en reden  Galicië in Spanje binnen. Onze gps was bij de pinken, want op het moment dat we Spanje binnenreden zette hij de tijd een uur later. Nu zou het dus een uur langer klaar zijn. Dit moet eigenlijk toch wel heel verwarrend zijn voor de vogels en de andere dieren die, natuurlijk zonder het te weten, de grens oversteken en dan ondervinden dat het plots een uur langer klaar is…
We reden over vlotte wegen richting Lugo, waarbij het landschap heuvelachtig was, met vele grote boerderijen, weilanden en koeien in plaats van schapen,een heel aangename,dunbevolkte, groene streek. Op de weg naar Lugo moesten we een andere grote stad passeren : Ourense. Net voor de stad was een grote industriezone waar we plots een Iveco-garage zagen.  Ter info : het merk van de camion (Magirus-Deutz) bestaat allang niet meer, maar werd indertijd overgenomen door Iveco. Nu was het zo dat we wel een stel nieuwe ruitenwissers konden gebruiken, dus reden we het terrein op. De chef van de werkplaats kwam bij ons en ik legde hem uit dat we nieuwe ruitenwissers wilden. Ik moest even binnen bij de wisselstukkenafdeling, waar ze het onderdelennummer opzochten en natuurlijk niet vonden, want er bestaan geen gegevens van dit model camion op computer, enkel nog op oude micro-fiches. Dat wist ik door in België onderdelen te halen, en dat weten zij nu ookJ.Maar de werkplaatschef zei dat de ruitenwissers van de Iveco Daily waarschijnlijk wel zouden passen. Tegen dat ik terug was, waren ze al met zijn tweeën op de camion gekropen en hadden ze de oude ruitenwissers al gedemonteerd. Er ging een mekanieker mee om de nieuwe te halen en samen monteerden we de nieuwe, terwijl het onze bedoeling was geweest om gewoon een paar nieuwe te halen, en ze dan later te monteren. Zeg nu nog eens dat de vreemdelingen niet willen werkenJJ. De garage was even groot en professioneel  geëquipeerd als bij ons, het ging hier niet om de eerste de beste krabbekoker die aan camions prutste.
Iveco, in Ourense...
Daarna reden we nog een stuk verder en een zevental kilometer voor de stad Chantada namen we een binnenweg tussen de akkers en weilanden om een rustige plek te zoeken. Aan een jongeman met een tractor vroegen we waar we konden staan en we mochten staan waar we plaats vonden, zei hij. Even verderop zijn we dan een stuk land opgereden en we stonden er prima met rondom  zicht op de heuvels. ’s Avonds koelde het ferm af en ’s nachts vroor het -7 graden, we waren duidelijk noordwaarts aan het trekken. Het zou wel geestig zijn om een buitentemperatuurmeter te hebben, maar dit is natuurlijk weer een gadget en niet strikt noodzakelijk…Als we willen weten hoe koud het is ’s nachts, leggen we de thermometer van de frigo door ons dakluik bovenop de camionJ. We zijn er vier nachten blijven staan en dagelijks passeerde er wel iemand van de boerderij, en dan zwaaiden ze eens vriendelijk. Waarschijnlijk om eens te kijken of we geen rotzooi achterlieten, maar ze hebben groot gelijk. Wij laten zelfs geen stukje papier rondslingeren, dit is wel het minste dat je kan doen uit respect voor de mensen op wiens grond je staat. En als ze al zien dat je respect hebt voor hun eigendom, dan zijn ze er gerust in. En dan pas smijten we onze brol rond, nee, dat is nie waar zulle.
Landschap rond Chantada
De eerste morgen dat we er stonden zagen we bij het opkomen van de zon drie reetjes op zo’n tien meter van ons. Nu hebben we het hier natuurlijk over de diertjes, de bambi’s  feitelijk. Het is vaneigens niet zo dat de boer, de boerin en de zoon hun … toonden aan ons…Alhoewel je in het geval van de boerin in plaats van een reetje al gerust van een reet zou kunnen…, nee,nee, we wijken weer af. De volgende dagen zouden we bij het wandelen nog verschillende wilde dieren zien zoals herten en vossen. Blijkbaar moet je in het noorden van Spanje zijn om nog groter wild te zien dan konijnen en patrijzen. Echt, doorheen de rest van Spanje en doorheen Portugal zie je nog weinig wild, alles wordt er gewoon afgeknald door de jagers. Geen idee of er eigenlijk iemand is die toezicht houdt  en bepaalt hoeveel er mag geschoten worden, nooit iemand tegengekomen in ieder geval. Het geeft je telkens wel een goed gevoel als je een wild dier ziet. Hieraan moet ik wel toevoegen dat het wild dat ik nog het liefste zie, datgene is wat op mijn bord ligt…Of niet, ‘k weet het eigenlijk niet, ‘k sta op dub…Enfin, om verder te gaan, we zijn enkele keren via verkeersvrije binnenbanen naar de stad Chantada geweest. We vonden er internet in de bibliotheek, maar zoals we al eerder vermeldden werkte de computer aldaar nog op stoom en de kolenschepper was ziek, of zoiets. In ieder geval vond Lieve op hun computer het programma niet dat ze nodig had om ons Word-document op de blog te zetten, ‘k weet het niet, ikzelf ken er niks van. Nog zoiets, we ondervonden al verscheidene keren dat de bibliotheek in sommige stadjes in het weekend gesloten is. Echt waar, als  de mensen de kans hebben om naar de bibliotheek te gaan, is het dicht. Hier in Chantada is het ook zo. Wat ook weer opviel : de mensen op de buiten waarmee we te maken kregen, waren bijzonder vriendelijke, hartelijke mensen en eens in stad toen we met de rugzak rondliepen, werden we weer aangegaapt,  net zoals voorheen het geval was geweest in de rest van Spanje, alsof we van een andere planeet kwamen. We gingen op een middag ( om 14u dan, want we zitten hier weer met de siësta-toestanden) ook eens eten in een hotel-restaurant en daar hadden we gezien dat ze WiFi hadden. Een paar dagen nadien zijn we er terug geweest met onze laptop mee en hebben daar  kunnen WiFieten dat het geen naam had.
Iedere morgen was het flink gevroren en overdag bleef het koud, maar zonnig, ideaal wandelweer. Nu zullen de zonnekloppers onder jullie ons voor gek verslijten, maar eigenlijk zijn we blij met die koude. Liever de koude dan de hitte, niks zo gezellig als na een dag wandelen in de koude, ’s avonds  lekker in de warmte te zitten, ‘k weet het, ja, ze zitten nog niet allemaal kort…
Op zondag 12 februari zijn we verder gereden richting de stad Lugo waar we gestopt zijn om water te tanken en waar we rond de stad gelopen hebben op de Romeinse stadswallen. Op zo’n 2 km muren van 11 meter hoog en een meter of vier breed kan je rond de oude stad wandelen en onderweg kom je voorbij een vijftigtal wachttorens. Die Romeinen hebben ook wat uitgestoken in hun jonge jaren, ze moeten ook niet meer terugkomen… Nadien zijn we verder gereden om na zo’n 100 km bergen en dalen en prachtige vergezichten en besneeuwde bergtoppen  Galicië te verlaten en Asturië binnen te rijden.
Dus, wat denk je? Volgende keer Asturië zekers?
In de verte Picos de Europa

Typische graanschuurtjes uit Galicie,zodanig gebouwd dat muizen en ratten op hun kin moeten kloppen...:)

De uitbouwen in glas zijn ook typisch voor Galicie,en worden Miradores genoemd.

De Romeinse muur in Lugo

2 opmerkingen:

  1. Het ziet er mij een geweldige reis uit.
    Just een vraagje?
    Je schrijft dat je na je vertrek een stuk bent afgedaald en zo een stuk lager bent gearriveerd. Ik wil hier niet vervelend doen maar is da nie altijd zo?

    Have a nice trip and Godspeed.

    AC

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Allee dat is nu den eerste keer da ge nie wilt vervelend doen:):)
    Twas wel een graptje hee, maar 't zal nie meer gebeuren. Of wel? We zullen zien...

    BeantwoordenVerwijderen