17 maart 2012

Cantabrie

Door het besneeuwde landschap zijn we Cantabrië binnengebold en we kregen waar voor ons geld. Er was geen kat op de weg, maar andere dieren genoeg. Op een gegeven moment zag Lieve op zo’n 50m van ons een vos door de sneeuw rennen met iets in zijn muil. We stopten en zagen een aantal gieren eveneens met iets in hun bek wegfladderen. We lieten de camion achter en gingen een kijkje nemen en zagen op een iets dieper gelegen stuk nog een aantal gieren die er echter vandoor gingen zodra ze ons zagen, dus zo slecht kunnen we er nog niet uitzien. Ze waren op hun gemakske een hert aan het oppeuzelen, er waren al een behoorlijk aantal ontbrekende onderdelen. Nu ben ik wel geen dierenarts, maar volgens mij komt dat niet meer goed.
We vertrokken weer en na een flinke afdaling kwamen we een stuk lager te zijn. Eens onder de duizend meter lag er geen sneeuw meer en niet ver van Buron (nee, niet Biron, Eddy) vonden we een plaats aan een stuwmeer. Na één nacht zijn we verder gereden naar Riano, een zeer mooi gelegen stadje, dat duidelijk ook in de loop der jaren vele nieuwe vakantieflats heeft bijgekregen. Nu was het er heel kalm, en na een paar inkopen gedaan te hebben, zijn we er weer vertrokken. Onze bedoeling was om naar Potes te rijden, een stadje waar we vroeger met de motor nog geweest waren. Daarvoor moesten we over de San Glorio pas en het werd een bijzonder mooie ervaring. Er lag zo’n 60 cm sneeuw, maar weer werd de weg goed vrijgehouden door de sneeuwruimers. Het viel op dat het wegdek in zeer goede staat was, 20 jaar geleden was dit wel anders. Wat ook opviel was dat er totaal geen verkeer was. Na zo’n 30 km klimmen en dalen, zijn we één sneeuwruimer tegengekomen, anders niemand. We herinneren ons nog goed dat het een behoorlijk drukke weg was 20 jaar geleden, maar dat was in de zomervakantie.
San Glorio pas
Toen we in Potes aankwamen, viel onze mond open. Dit eens zo kalme stadje was vele malen groter geworden, met de bijhorende verkeersstroom natuurlijk. We vonden een staanplaats op zo’n 3 km ervan op de parking van het klooster van Santo Toribio de Liebana. Daar zijn we 2 nachten blijven staan en we stonden er zeer rustig, de monniken hebben geen enkele keer amok gemaakt, geen zuippartijen, geen vechtpartijen, geen orgies, niks. Wat een stel mietjes! In Potes was er tussen de restaurants keuze genoeg om niet van honger om te komen, maar we hebben ons beperkt tot het verorberen van tapas.
Aan het tapassen.....:) :)
De zaterdagavond kwam er een 4x4 camionnette tot bij de camion gereden en er stapte een kerel uit die foto’s begon te nemen. Daar moest ik natuurlijk niks van weten, en ik heb hem zijne kodak afgepakt en hem in zijn strot geramd. Daarop begonnen we al vechtend over de grond te rollen, waarbij de monniken buitenkwamen en luidop begonnen te supporteren, ik weet niet voor wie, want het was in het Spaans en daarbij hadden ze weeral een flink stuk in de kraag van hun pij… Neenee, dat is niet waar zulle, ge waart er weeral mee weg, hé. We zijn uitgestapt en beginnen praten, gelukkig, want de gast, die Cisco bleek te heten, was een beer van een kerel, ’t zou nog mijne beste keer niet geweest zijn…Hij was zeer geïnteresseerd in de camion en wist wel van wanten. Zo zijn we samen met zijn vrouw wel een uurtje aan het praten geweest in een mix van Spaans en Engels. We hebben dan gegevens uitgewisseld en ondertussen hebben we op onze mail al een foto toegestuurd gekregen, toffe mensen. Op 19 februari zijn we van deze plek vertrokken en na een rit doorheen kloven met aan weerszijden steile bergflanken ( wat wel meer voorkomt bij kloven…) kwamen we in een zeer groene streek met weiden met paarden. Zo’n 2 km voorbij het dorpje Cicera vonden we op aanraden van een boer een plaats op een min of meer verhard gedeelte.
We hadden nog de tijd om een wandeling te maken vooraleer het begon te regenen, dat groene landschap komt er niet vanzelf…Iedere weide was zeer goed verzorgd en overal liepen er paarden te grazen. Nu wil het lukken dat ikzelf een groot paardenliefhebber ben, vooral van de biefstukken en het gehakt, dus het was een geestige plek om te staan…Rond de middag van de tweede dag stopte er een Landrover bij de camion en de kerel die uitstapte, begon zowaar Vlaams te praten! Ik had niet op de nummerplaat gelet, veronderstellende dat het een Spanjaard was. Hij bleek een Bruggeling te zijn, die ook aan het rondtoeren was en we nodigden hem uit om te aperitieven. Het werd een gezellige bedoening, waarbij het voor ons geestig was om weer eens een vlot gesprek te kunnen voeren zonder naar woorden te zoeken. Hij werkte bij de kustwacht en had al veel rondgereisd, we konden elkaar dus tips geven, hij was van plan om naar Portugal te gaan, we reisden in tegengestelde richting dus. Op 21 februari zijn we vandaar  vertrokken met de bedoeling niet ver van Santander een plaats te zoeken. We wisten dat er een ferrydienst bestond tussen Santander en Engeland, vandaar. Zo stilletjesaan werd het tijd om aan het volgende land van bestemming te denken, en ofwel reden we terug de Pyreneeën over naar Italië bijvoorbeeld, ofwel reden we naar Bretagne en namen daar de ferry naar Engeland, ofwel namen we de ferry vanuit Santander naar Engeland. We hadden echter geen idee wat dit zou kosten en of we dienden te reserveren. Daar we vroeger nog in Santillana del Mar geweest waren, reden we die richting uit. We herkenden het eens zo gezellige stadje echter niet meer! Nu staat het vol appartementen en hotels, jammer. Aangezien het ook zo ongeveer tijd was om water te tanken, zijn we naar een staanplaats gereden voor campers in de buurt van Santander. Deze staanplaats bevond zich op het terrein van het natuurpark Parque de Naturaleza de Cabarceno. Toen we daar aankwamen, zagen we aan onze linkerzijde op een grote vlakte de waterbuffels en olifanten lopen, van een verrassing gesproken. We hadden op voorhand gelezen dat de staanplaats zich bevond bij een natuurpark, maar daarbij dachten we aan zoiets als de Gavers bijvoorbeeld, niet aan een dierenpark. We gingen even poolshoogte nemen aan de ingang van het park en het bleek enorm groot te zijn: tientallen kilometers wegen, de dieren leven er in halve vrijheid en het is dus de bedoeling dat je er met de wagen doorheen rijdt. De dame aan de ingang zei dat het geen probleem zou zijn toen we vroegen of een camion ook overal zou doorkunnen. Wij ’s anderendaags dus met de camion binnen en of dat we bekijks hadden! Iedereen met de auto en wij met de camion, te gek. We hadden even getwijfeld of we het met de fiets zouden doen, maar dat hebben we gelukkig niet gedaan, aangezien je dan bepaalde gedeeltes moet overslaan waar je echt tussen de dieren door rijdt. Voor wie ooit in de buurt is, dit is nu eens een dierenpark dat de moeite waard is, zie (www.parquedecabarceno.com). Nogal wat anders dan de dierentuin van Antwerpen, waar de dieren aan het twijfelen zijn of ze nog leven of niet.
’s Avonds kwamen we nog een ouder koppel Engelsen tegen die toevallig de volgende dag (donderdag) de ferry zouden nemen naar Engeland. Ze hadden hun overtocht reeds op voorhand geboekt en we besloten de volgende dag naar de ferry-terminal te rijden in Santander om eens ons licht op te steken. Was het betaalbaar en konden we de donderdag nog mee, dan zou onze volgende bestemming dus Engeland worden, we zouden wel zien. Diezelfde avond stonden we op de parking samen met een drietal Engelse campers. Op een bepaald moment kwam er een Spanjaard een wandeling maken met een hond, kweenie welk merk , maar ’t was ne kleine, en die hond ook trouwens… Naar “goede” Spaanse gewoonte liep de hond los en één van die Engelanders had ook zijn (grote) hond loslopen. Die grote begon plots achter die kleine te spurten en ze verdwenen samen in de verte met de twee eigenaars (tevergeefs natuurlijk) roepend achter hen aan. Na vijf minuten waren ze daar beiden met hun hond en luid roepend waren ze elkaar aan het uitmaken voor vorte vis, de één in het Spaans en de andere in het Engels, waarbij ze elkaar niet verstonden. Ja, kijk, van zoiets komen wij gewoon niet meer bij van het lachen. Volgens mij had de grote hond die kleine al tweemaal genomen tegen dat ze er waren, die kleine liep een beetje ongemakkelijk en had wijdopengesperde ogen, terwijl ik iets van een gelukzalige glimlach meende te zien op die grote zijn muil, hoe dit nu verder moet met eventuele alimentatie, geen idee…
Dit echter wederom geheel ter zijde, de volgende morgen stonden we vroeg op en gingen eerst inkopen doen in de Lidl in Santander en reden daarna naar de ferry-terminal. We reden gewoon naar het incheckloket en legden uit dat we nog geen tickets hadden, waarna we aan de kant mochten parkeren en naar het hoofdgebouw gaan. Of we de ferry genomen hebben naar Engeland , dat gaan we nu nog niet verklappen, maar kunnen jullie lezen in het volgende verhaal : “Op de ferry naar Engeland ! “. 
Ferry-terminal



Potes

San Vincente de la barquera

San Glorio pas

Geen opmerkingen:

Een reactie posten