23 januari 2012

Portugal Algarve 2

Met Kerstmis in zicht hadden we dus besloten om voor het eerst te proberen om met de familie te skypen en dus te overnachten op één van de grote parkings in Silves, waar we konden gebruik maken van de gratis wifi-area, voorzien door de stad.
Toen we daar toekwamen bleken het inderdaad héél grote parkings waar er inderdaad motorhomes stonden. Er was echter zodanig veel plaats dat je niet vlakbij iemand anders moest staan. Er was bij het zwembad zo’n 100m van bij ons vandaan dus een gratis Wifi-area door de stad voorzien. We besloten om eerst een boterhammetje te eten en dan eens met de camion naar de kust te rijden en pas daarna terug te keren naar Silves. Eerst reden we naar Benagil alwaar we naar de lagunes zijn wezen gaan kijken. Aan het strand was er geen kat, wedden dat je in de zomer niet kan bougeren? In de zomer kan je wel met een bootje mee om binnenin de grot te varen,allee, filevaren aan de foto’s te zien. Des winters is dit echter niet toegelaten omdat er dan onder andere vleermuizen aan het kweken zijn volgens het infobord. Of waren het nijlpaarden, ‘k wil d’er vanaf zijn. ’t Zijn diegene die omgekeerd hangen, ’t zullen vleermuizen zijn zekers?
Benagil
 Nu, als je dan toch in het zuiden van Portugal bent, is het wel eens de moeite om te zien. Heel heldere blauwgroene golven die op de lagunes beuken en nog van die dingen. Daarna reden we even verder naar de kuststad Carvoeiro, waar we even rondgelopen hebben om te constateren dat ze daar de boel volledig om zeep geholpen hebben door alles vol te bouwen met villa’s en appartementen en de bijhorende golfterreinen. Nu was er weinig volk, maar in het seizoen moet het daar ongetwijfeld krioelen , not our cup of tea, zeg maar, we hebben dan ook nogal vlug onze cup, euh schup afgekuist.
Carvoeiro
Terug in Silves hebben we ons op de parking aan het zwembad geplaatst en zijn nog even op verkenning gegaan in de stad. We waren dus de 24e, maar veel was er niet open. We vonden één restaurant dat ons wel aanstond, het reclamebord waarop het menu stond (in het Engels)  vertelde ons ook dat er diende gereserveerd te worden voor het menu van de 24e. We zagen dat het op Kerstmis ook open was en besloten om ’s anderendaags de stad wat beter te verkennen en om ’s middags te gaan eten. Terug aan het zwembad bleek de wifi goed te werken, we waren content. De nacht was niet zo stil als we gewend waren, maar als je de gemakken van de beschaving neemt, moet je er de ongemakken bijnemen , hé. Onze kerstavondmenu bestond dus uit zelfgemaakte tapa’s en daarna hebben we ons dan maar zachtjes in slaap geweend…Ha, en gij gelooft dat nog ook, we hebben naar de film “the Ladykillers” gekeken op onze laptop en geweend van het lachen,ja. Op Kerstmis gingen we de stad in en zagen dat er weer bitter weinig open was. We staken ons licht op in het restaurant met het Engelse menu en de uitbater bleek een joviale Engelsman te zijn, die ons direct een rondleiding gaf. De zaak zag eruit als een Engelse pub, wél our cup of tea, zeg maar. Voor die middag was het echter weer volzet, maar hij zei dat we best vanaf 17u even zouden binnenwippen om te horen of er nog menu’s beschikbaar waren.
Zogezegd, zogezegd, we besloten om zo af te spreken. Terug op de parking zagen we een hele grote motorhome staan, het formaat van een bus, en er hing nog een trailer aan met een Toyota Aygo op. Er bleek een Belgische nummerplaat aan te hangen en toen we het ding stonden te bewonderen (de motorhome, niet de plaat), kwam de eigenaar even praten. Hij was een 74-jarige Hollander die al 15 jaar in België woonde, maar je zou hem 10 jaar jonger schatten. We stonden een hele tijd te kletsen samen met zijn vrouw. Hij vond onze camion top en zei dat hij samen met de vrouw al 30 jaar rondtrok  met de motorhome. In Portugal spenderen ze al 15 jaar een flink stuk van de winter, we waren dus aan ’t juiste adres om tips te krijgen.
Rond 17.30u (18.30u Belgische tijd) hebben we nog even geskyped met de familie en toen zijn we wezen gaan eten. Bleek dat wij de enigen waren voor wie ze de uitzondering hadden gemaakt om ’s avonds nog eten te serveren. We kregen de kerstmenu, heel lekker, Britse stijl weliswaar, niet Portugees. Tegen de Engelsman kon je een aardig stukje zeveren, hij was getrouwd met de kokkin, een Amerikaanse, en aan de toog werd het nog heel gezellig (en zwaar) mogen we wel zeggen. Hierbij willen we nog even reclame maken, de zaak noemt O Cais, de kade dus, maar het kon evengoed de kadee zijn, want ’t is er een zulle: www.ocais.net, voor degenen die ooit in de buurt zijn. Toen we aan ’t zeveren waren aan de bar kwamen op de koop toe nog de Hollanders (Kees en Cor) toe die we hadden leren kennen, waarmee we er ook nog een paar soldaat hebben gemaakt. Toen we wilden weggaan, gaf de kokkin ons nog een bord mee met een drietal stukken taart, ’t werd zo stilletjesaan tijd, ’t was al lang geleden dat we nog eens iets gekregen haddenJ.
O Cais in Silves
Oorspronkelijk waren we van plan om de maandag te vertrekken vanuit Silves, maar we hebben wijselijk (en noodgedwongen) ons vertrek een dag uitgesteld wegens recuperatieproblemen, zeg maar. Iemand van ons beiden, ik ga geen namen noemen, maar ’t begint met een L, heeft het een dagje kalmpjesaan moeten doen… Dinsdag 27 december zijn we, na afscheid te hebben genomen van de Hollanders vertrokken naar Lagos, alwaar we water getankt  hebben. Daarna hebben we enkele km voorbij Espiche “in de rimboe” een plaats gezocht. Van daaruit hebben we met de fiets een stukje van de zuidkust afgereden. Toen we ’s middags stopten om op een rots met zicht op zee onze boterhammetjes op te eten, is een van ons beiden, ik ga geen namen noemen, maar ’t begint met een L, nog uitgegleden en op haar doze gestekt. Te voet gelukkig, niet met de fiets. De resultaten bleven gelukkig beperkt tot een paar “ schreven” en blauwe plekken op haar gat. Om zeker te zijn en om een “second opinion” te horen, lieten we deze nog zien aan enkele voorbijgangers, deze gingen er echter als de wind vandoor, sommigen hebben echt geen manieren…
Fietstocht langs de Praia's
 Na 2 nachten op deze plaats zijn we vertrokken naar de meest zuidwestelijke plaats van Europa : Cabo de Sao Vincente. Daar konden we met de camion een stukje offroad doen : over de keien konden we tot op de rand van de kliffen rijden. Op het uiterste punt staat een vuurtoren, staat er op het uiterste punt een vuurtoren, da’k zegge. O ja, en er stond ook een oude man met een kraampje van wie we nog 2 kilo mandarijntjes voor 1 euro en een halve kilo zelfingelegde olijven kochten voor 1,5 euro.
Daarna reden we via de westkust noordwaarts en ’s middags reden we tot aan het strand in Carrapateira om een boterham te eten. Op deze parking kregen we onmiddellijk een aantal bezoekers die het fijne wilden weten van de camion, onder wie een gepensioneerde Engelsman die zelfs tussen wiel en “garde-boue” foto’s nam van de motor. Er was ook een jong koppel Hollanders die op toer waren met een 4x4 Mitsubishi busje dat ze voorlopig ingericht hadden om uit te testen wat nog diende te veranderen omdat ze er in de toekomst wilden mee naar Afrika trekken, zij waren ook bijzonder nieuwsgierig welke onderdelen van de inrichting we van waar gehaald hadden, enz. Ik had altijd gehoopt dat de camion een, zoals Borat het zou noemen, pussy-magnet Jzou zijn, maar het is eerder een rare kwieten-magnet, dedjuuJ.
De westkust van Portugal is, als je van rust houdt, een verademing ten opzichte van de zuidkust. Aan de westkust kan je zo tot aan het strand rijden en op sommige plaatsen mag je er ook blijven staan, niet overal, want een smalle strook van zo’n vijftal km tot aan Sines is (terecht) Parque Natural. Wij gaan gewoon, voorbij die 5 km, een paar 100 m meer landinwaarts en staan er helemaal alleen en rustig en “legaal”. Zo zijn we een vijftal km voorbij dat strand in Carrapateira helemaal weggestoken achter bamboestruiken in een dal in een rivierbedding gaan staan. De eerste morgen stelden we vast dat het ’s nachts behoorlijk gevroren had in het dal. Dat was lang geleden! Tot ’s middags was alles met een laagje ijs bedekt, maar zodra de zonnestralen ons vanachter de heuvel bereikten, veranderde de zaak en een uur later kon je weer in T-shirt rondlopen, heel raar. Op de koop toe was deze plaats in vogelvlucht maar een 12-tal km verwijderd van de vorige, maar nu wel aan de westkust ipv de zuidkust, en wat een verschil.
De vorst is in het land
Op deze plaats bleven we 2 nachten en op oudejaarsdag vertrokken we terug noordwaarts langs de westkust. Door onze “escapades” op kerstdag besloten we om het op oudejaarsavond kalm aan te doen en een rustig plaatsje te zoeken om dan pas op nieuwjaarsdag te gaan eten. Toen we in Odeceixe stopten om even op de kaart te kijken, kwam een mono-volume met jonge gasten langsgereden. Ze staken hun duim omhoog en begonnen vanuit hun auto foto’s te nemen, waarop wij deden alsof we ons haar goed aan het leggen waren. Zij schoten in een lach, en er stapte een “proper ding” uit die teken deed of ze mocht bij de camion staan voor een foto. Ik deed teken dat ze gerust aan het stuur mocht zitten. Daarop stapte heel de bende uit en om beurt wilden ze foto’s aan het stuur. We konden ons direct het scenario indenken : een koppel of drie jonge dertigers die samen op toer waren om oudejaar te vieren. We stonden nog even te praten en ze vroegen of wij ook een foto wilden van onszelf aan het stuur van hun mono-volumeJ…, toffe gasten! Een paar km verder zijn we een aardeweg ingeslagen en op de top van een heuvel, helemaal alleen, met rondom een zicht over kilometers heuvels, namen we plaats, wat een ruimte weeral! Op nieuwjaardag gingen we via een binnenweg naar Odeceixe en vonden een droom van een restaurantje, een voormalig wijnhuis, waar we zeer vriendelijk onthaald werden. Voor de liefhebbers : Restaurante Taberna do Gabao. De ober kon goed Engels en we hebben hem laten kiezen wat we zouden eten. De kokkin, die tevens de eigenares is, kon Duits doordat ze vijf jaar in Zwitserland had gewerkt. Ze kwam bij ons praten en vertelde over de muziek, fado, die aan het spelen was en over de (blijkbaar) heel bekende zangeres. We hebben heel lekker gegeten, verschillende gerechten, zodanig dat we halverwege met elkaar konden wisselen. We kregen oa verse gegrilde tonijnsteak met warme groentjes en aardappelen en dat kost dan 9,80 euro, niet te doen! In België hebben we ook ooit nog tonijnsteak gegeten, maar dat was maar droge kost, hier is dit zeer mals en sappig.  
Restaurant in Odeceixe 
Van waar we stonden, konden we te voet of met de fiets verschillende praias (stranden) bezoeken, ook de moeite, er was geen volk trouwens. De kracht van de golven van de oceaan is toch nog wat anders dan van onze Noordzee. Dit is trouwens ook “surfers-territorium “. Niet op het internet, maar in ’t echtJ. Dit is toch wel iets wat je echt moet durven als je die golven op de rotsen ziet beuken, je moet uit het juiste hout gesneden zijn (anders blijf je niet drijven…geeuw…). Op de morgen van 2 januari gingen we nog even de plaatselijke mini-mercado (mini-supermarkt) in Odeceixe binnen, om oa een pak koffie te kopen. Aan de kassa gekomen, begon het vrouwtje ons uit te leggen dat de taxen  vanaf 1 januari fors waren gestegen. Ze vouwde de krant open en toonde ons dat de tax op koffie zo’n 10 procent hoger werd. Ze begon te jammeren dat ze weldra haar deur zou moeten sluiten en ze begon zowaar te wenen, ze zag het echt niet meer zitten! Allee, we waren weer goe bezig : de dag was nog maar begonnen of we waren er al in geslaagd om iemand te doen bleiten…

Volgende keer :  Portugal Alentejo 2
Carvalhal

Odeceixe

Salema


Geen opmerkingen:

Een reactie posten