Op maandag 24 oktober zijn we verder zuidwaarts gereden vanuit Catalonië, het zuiden van Aragon binnen. Opnieuw valt het aantal leegstaande gebouwen op én het aantal volle varkensstallen. Er zijn waarschijnlijk meer varkens in Spanje dan Spanjaarden (waaronder ook nog een keer een aantal zwijns). In de namiddag zochten we weer een plaats dichtbij het stadje Gandesa. Toen we op een stuk land geparkeerd hadden, zijn we het stadje ingetrokken, maar opnieuw stonden veel gebouwen leeg en op de koop toe was het beginnen regenen. Dit alles gaf een zodanige troosteloze indruk dat we den diesel weer doen draaien hebben en een stuk verder zijn gereden. Even voor de stad Alcañiz zijn we een binnenweg ingeslagen en dan een stuk ongebruikt land midden de olijfbomen en de amandelbomen opgereden. Wederom leve de 4x4, want anders kon je daar weeral niet gestaan hebben zie. Daar zijn we 3 nachten blijven staan en regelmatig passeerde er een boer met een tractor met een kleine remorque vol amandelnoten en telkens zwaaide hij en wij dus ook. Eén van de volgende dagen zagen we dat ze de noten aan het trekken waren en we vonden dat eigenlijk heel speciaal want wie van ons kan zoals die boer zeggen dat er 5 man nodig waren om zijn amandelen te trekken..??
We zijn ook eens tevoet naar de stad Alcañiz gegaan : dit is een redelijk grote stad, maar buiten een mooie kerk en een burcht valt daar weinig te beleven. Deze oude gebouwen zijn verbonden door onderaardse gangen en deze hebben we ook bezocht. Daar heb ik driemaal mijn vleesklakke gestoten aan de rotsen, ze kunnen de pot op met hun onderaardse gangen!
Even iets over het kamperen in Spanje : strikt genomen is vrij kamperen toegestaan mits toestemming van de landeigenaar of de gemeente of de politie. Maar dat is theorie, meestal is er mijlenver niemand te bekennen en rijd je gewoon een stuk land op. Natuurlijk ga je niet gaan rondcrossen tussen een boer zijn gewassen, je zoekt een onbewerkt stuk. En totnogtoe laat iedereen ons met rust en zwaait eens. Zo ook op deze plaats : op een keer passeerde de Guardia Civil en ze staken gewoon hun hand op. Waar we ons vanzelfsprekend ook aan hebben moeten aanpassen zijn de Spaanse openingsuren en hun eetgewoonten. De winkels zijn open vanaf 9.30 of 10u tot 14u en dan wordt er pas gegeten en is er siësta en zijn de winkels terug open vanaf16.30 of 17u tot 21u. Je doet dus best je inkopen in de voormiddag want om 19u à 19.30u is het donker. Wij eten nu dikwijls ook pas na 14u.
De rest van deze dagen hebben we gevuld met wandelen en fietsen, onze conditie verbetert er noodgedwongen op. Maar al bij al is het toch een indrukwekkend land, van al de kilometers in Spanje hebben we waarschijnlijk nog geen 100m vlakke baan aan één stuk gehad. Constant is het op en neer, draaien en keren, links,rechts, averechts…….aaaarghh!...... Vlug een pilletje onder de tong……. Zo da’s al beter.
Wat we ook in de gaten houden zijn de plaatsen waar gratis drinkbaar water kan getankt worden. Daar we van plan waren om verder het binnenland in te trekken, hebben we eerst gekeken welke plaatsen zich op onze weg zouden bevinden. Dat was echter gene vetten, aan de kust zijn er veel, maar in het binnenland niet. Daar onze tanks voor de helft leeg waren, zijn we eerst een 50-tal km’s zuidwaarts gereden naar een voormalige Moorse vestiging, een mooie ommuurde stad: Morella. Daar is een staanplaats voor campers, en daar hebben we onze watertanks gevuld en meteen ook maar wat inkopen gedaan in de stad, én postkaarten gekocht. We waren al een week op zoek naar postkaarten, maar in de meeste dorpen en stadjes zijn er geen te koop, enkel in een toeristisch stadje zoals Morella. Vanuit Morella zijn we via de kleine wegen landinwaarts gereden weeral bergop, bergaf, voortdurend schommelend tussen 1000 en 1700m. Er zijn geen tunnels en bruggen die de hellingen afvlakken, dit zijn de secundaire wegen en als je een berg bent opgereden, moet je weer naar beneden om aan de volgende te beginnen. Je gemiddelde snelheid daalt spectaculair en je brandstof verbruik stijgt uiteraard, maar iedere km is de moeite. Deze streek wordt El Maestrazgo genoemd en dit is waarschijnlijk de meest ruige, woeste en desolate streek die we ooit gezien hebben, we zijn beiden enorm onder de indruk. Bovenop zo’n berg ligt af en toe een stadje zoals bijvoorbeeld Cantavieja en daar moet je dan doorpasseren, net zoals er in de Middeleeuwen maar 1 weg was, is dit nu ook nog zo, er zijn geen zijwegen. Soms konden we maar net met onze spiegels tussen de huizen passeren, de camions waren in de Middeleeuwen duidelijk smaller. Toen we Cantavieja een tiental km gepasseerd waren, zagen we een koppel fietsers met pak en zak zigzag over de weg naar boven zwoegen, ze hadden het duidelijk moeilijk. We wisten al meteen dat het buitenlanders gingen zijn, want afgezien van een enkele fiets in een dorp of stad zie je er geen enkele, de Spanjaarden zijn nog zo zot niet als ze eruitzien. We reden langszij de fietsers en Lieve vroeg hen in het Engels of ze ok waren en of ze iets te drinken nodig hadden, we waren echt bezorgd, het begon trouwens ook al laat te worden. De vrouw antwoordde in het Engels dat we bedankt waren en dat ze niks nodig hadden. Enkele km verder, op een hoogte van ongeveer 1600m zijn wij van de weg afgereden om te overnachten. Na zowat een half uur kwamen de fietsers eraan en de vrouw riep : Nou, aangezien jullie Belgen zijn, kunnen we misschien Nederlands praten!
Het waren wel Hollanders zeker, toen we hen voorbij waren gereden, hadden ze gezien dat we Belgen waren. Ze waren zeer geïnteresseerd in de camion en wilden die wel eens nader bekijken.
Zijzelf hadden ook geen kinderen en gingen zeer regelmatig op reis. Even later gingen ze er weer vandoor, ze hadden nog de afdaling te doen en dan hadden ze in een hotelletje in een stadje een onderkomen. ’s Avonds werd het behoorlijk koud op die hoogte en de volgende morgen zaten we in de mist. Toen hebben we maar onze biezen gepakt en zijn verder door El Maestrazgo getrokken tot we een vijftal km voor Albarracin een kiezelbaan omhoog zijn gereden en daarna nog een stenenpiste om bovenop een heuvel te kamperen. Toen we er uitstapten, wisten we eerst niet wat we roken. Ik dacht eerst aan een of andere dennegeur, maar Lieve zei plots: Maar dat is tijm! Bleek dat tijm hier massaal in het wild groeit, we waren er gewoon over gereden en we moesten er telkens weer doorlopen op weg naar een pad.
Naar verluidt is Albarracin een van de mooiste stadjes van Spanje, weeral een voormalige Moorse vestiging. Wat we onderweg ook al een paar keer gezien hebben, zijn kuddes pikzwarte geiten, zou dit ook een overblijfsel zijn van de Moorse overheersing? Trouwens, misschien is het woord pik-zwart ook wel daarvan afkomstig..?
Wat we ook al een aantal keren hebben gezien is het duidelijke bewijs dat Europa één is : de Spaanse recyclageparken, enkel de weegbrug en de betaalautomaat moeten nog geïnstalleerd worden…
Als je er even over nadenkt is dit eigenlijk de beste oplossing : je vult gewoon de putten en dalen op. Je afval is verdwenen en de heuvels ook, dus het land wordt vlakker, dus alle voertuigen verbruiken minder brandstof, dus is het goed voor het milieu… Niet te schatten…
Toen we zo’n 20 jaar geleden voor het eerst in het binnenland van Noord-Spanje rondreden, waren we toen al verbaasd dat zij hun afval gewoon dumpten langs de kant van de weg, en nu 20 jaar later én 20 jaar langer deel uitmakend van Europa is het nog net hetzelfde.
Maar we wijken af. Albarracin dus. Dit is inderdaad een heel mooi stadje met huizen in terracotta kleuren en veel authentiek smeedwerk, veel Moorse invloeden. Vanaf onze staanplaats was het 500m stappen en dan konden we via de GR10 wandelroute door de heuvels naar Albarracin. Dit hebben we 2-maal gedaan, en we deden dan meteen onze inkopen. Daar we beiden heel graag kaas eten, zijn we in Spanje aan het juiste adres. Maar we hebben ons toch enigszins moeten aanpassen, hier is kaas van koemelk eerder uitzonderlijk te vinden, en dan is het nog Hollandse! Maar voortreffelijke schapen- en geitenkaas is er hier in overvloed. Het is even aanpassen, maar je ondervindt er geen nadelen van, je mèèèèèèrkt het niet eens.
Eén van onze wandeltochten voerde ons ook via deze GR-route naar een dorpje waar volgens de informatie van de toeristische dienst van Albarracin een winkel en een bar was .Na een lastige tocht door de heuvels met een pad dat er, zoals ons moeder zou zeggen, zéér onpetsjuistig bijlag (voor de niet-westvlamingen onder ons : zéér oneffen), kwamen we in het dorpje aan, en na enig zoekwerk ondervonden we dat de bar én de winkel én het gemeentehuis één en dezelfde plaats waren. Dat is wel zo gemakkelijk.
Na vijf nachten op onze staanplaats te hebben…euh… gestaan, zijn we verder gereden. Gedurende deze tijd hebben we welgeteld tweemaal een jeep weten passeren. Het is altijd stressen, al dat verkeer…
Staanplaats bij Alcañiz
Op weg naar Monterde
Albarracin
Morella
Stad Alcañiz
Ondergrondse bewegingen
Yep, weer een tof verslag.
BeantwoordenVerwijderenNu nog opzoeken waar die stadjes allemaal liggen en maandag een paar punaisen steken op de kaart.
I.v.m. de openingsuren van de voedingswinkels hebben we ons destijds ook moeten aanpassen op weg naar Compostella. Vòòr 21h kan je daar ook niet op restaurant.
Vele groetjes en tot volgend verslag
Liliane
gieder doe da goed. doe zo voort. we blijven jullie volgen.
BeantwoordenVerwijderenwim&claire
Geniet der van :D
BeantwoordenVerwijderenFijn om te lezen en geniet ervan, Rita
BeantwoordenVerwijderenBlij dat jullie zich amuseren.
BeantwoordenVerwijderenEn ....Lieve,toch nog haar,het was anders goed voor de kijkcijfers!
We genieten mee en het is geestig om te lezen.
Groetjes aan uwe vint!
Nadine en Frouke
BEDANKT ollemolle voor de reacties,heel moeilijk om internet te vinden hoor,dus skypen zal der nie direct inzitten :(
BeantwoordenVerwijderenikke en minne vint.
Blij jullie te zien.Gelukkig dat jullie uit het slechte weer weg zijn uit Frankrijk.Wel zullen ons eens bezig houden om een wat langere tekst te schrijven!!
BeantwoordenVerwijderenGeniet er!!!
grtjs
Ik kan stilaan onze Miel zijn vermoedens over de Sint bijtreden. Wie is er nu zo onnozel om putje winter naar ons Belgenland te trekken om op daken te klimmen in vrouwenkleren om een slappe wortel en een half klontje suiker te eten uit een stinkende cavat!?
BeantwoordenVerwijderenBlijkbaar is daar niets Spaans aan? Of moeten die verhalen nog komen?
In ieder geval we hebben al genoten van jullie avonturen. De eerste nominatie voor de gouden griffel en de H van Humo zijn al binnen!
Nog succes en een goeie vaart met die blondine én die andere schone:-)
Gr.
Bart en Carmen.