Bay of Allihies
Het dorp zelf stelde niet zo veel voor, er waren weer zelfs geen vuilnisbakken. Zoals we al de ganse reis gedaan hebben, nemen we ook hier dagelijks onze afval (verpakkingen, glas etc.) mee in de rugzak en gooien die dan in een vuilnisbak of glascontainer. Hier in Ierland moet het al heel goed lukken om ergens een vuilnisbak te vinden, je moet daarvoor al in een redelijk grote stad gaan. Maar daar staat dan nog een sticker op met de vermelding dat je een boete krijgt indien je er huishoudelijk afval inwerpt… In de gewone dorpen hebben ze overal plakkaten staan met: Take your litter at home, neem je afval mee naar huis dus. In ons geval zou je dus een aanhangwagen met vuilnis mee moeten sleuren, wat een grapjassen. Nu moeten wij dus stiekem onze afval in de vuilnisbak gooien en erop letten dat niemand het ziet, wat een onzin. We zouden ook kunnen doen zoals zovelen en onze afval gewoon dumpen langs de weg, maar daar doen we niet aan mee. We hebben de indruk dat de besturen hier, er zich op een paar gebieden wel heel gemakkelijk vanaf maken : het onderhoud van de wegen is erbarmelijk en in plaats van vuilnisbakken te plaatsen, zetten ze plakkaten, daar zijn ze dus mooi vanaf. De volgende dag verlieten we onze staanplaats en vervolgden de “Ring van Beara”. In verscheidene baaien zagen we dat er oesters gekweekt werden. Dit gebeurt niet tijdens het weekend natuurlijk, want oesters zijn weekdieren…
Oesterkwekerijen
Na rond Beara gereden te hebben, begonnen we aan het volgende schiereiland: Iveragh. De rondrit hier draagt de naam Ring of Kerry, deze rondrit is de bekendste, maar na een behoorlijk aantal kilometers vonden we de vorige nog altijd beter. Daarom sloegen we enkele smalle wegen in om het binnenland te doorkruisen. God zij dank dat we dit gedaan hebben, we kwamen in een landschap van bergen en kloven: “the Highlands of Kerry”. Op een bergpas vonden we een prachtige staanplaats op een hoger gelegen stuk gras. ’s Morgens werden we echter bij het eerste licht gewekt door het geblaat van de lammeren die rondom ons in de bergen rondliepen. The Silence of the Lambs, mijn ore, in de film misschien… Okee, misschien iets overdreven, zo erg was het niet. We reden verder richting volgende schiereiland : Dingle. Onderweg stopten we nog in Milltown en kochten brood bij de plaatselijke bakker, bij die van elders zou moeilijk gegaan hebben trouwens… De kerel die het ons verkocht vroeg ons vanalles over de camion en verpakte de twee broden vacuum voor ons. Toen we buiten waren, kwam hij ons nog nagelopen en we kregen er nog een vruchtenbrood bovenop. We reden verder langs de prachtige kust van het schiereiland en kwamen terecht in het vissersstadje Dingle, waarnaar het schiereiland genoemd is. Het bleek er een heel gezellige bedoening te zijn en we zochten een plek langs binnenwegen voorbij het stadje en stopten aan een boerderij. Even later passeerde de boer met de tractor en hij stak zijn duim omhoog toen hij de camion zag. We zeiden tegen elkaar: Dat is onze man! We vroegen hem of hij plaats had en hij zei dat we gerust op het hof mochten staan. Toen hij hoorde dat we Belgen waren, zei hij:” Mijn vrouw is afkomstig van België!”… Alsof wij daar iets kunnen aan doen…?? . Hij zei dat hij ze later wel even zou sturen. ’s Namiddags gingen we nog te voet naar Dingle, zo’n 5 km, waar we in de bib zowaar gratis op het net konden. Het stadje is behoorlijk toeristisch en heeft dus vele winkeltjes en pubs, waar we trouwens niks op tegen hebben.
Des avonds zagen we nog de boerin, die echter als tienjarig kind met haar ouders naar Ierland was geëmigreerd en nu nog maar weinig Nederlands praatte. Samen met haar man heeft ze vier kinderen. De jongste, Patrick, 12 jaar, hebben we dikwijls bezig gezien op het hof. Hij zou heel graag verder boeren en rijdt ondertussen al vele jaren met de tractor én met de auto, een grote 4x4. Zonder moeite crost hij daar rond met aanhangwagens, gewoon op het zicht in de spiegels rijdende, een natuurtalent. De volgende dag, de vrijdag, zijn we met de fiets naar Dingle geweest en hebben er het haventje verkend, waarna we nog naar de “Farmers Market” zijn geweest. Iedere vrijdagvoormiddag is er markt, waar de boeren uit de omgeving hun producten verkopen. Wij hebben de ganse markt afgedweild en hebben aan meer dan de helft van de kraampjes iets gekocht. Okee, er stonden er maar drie, maar toch..!
Farmers market
De zaterdag gingen we in de voormiddag nog een wandeling maken naar een oude gebedsplaats van meer dan 1200 jaar oud, the Gallarus Oratory. Het kapelletje is gebouwd zonder mortel en iedere steen ligt hoger aan de binnenkant dan aan de buitenkant om het water buiten te houden. Toen we terug op de boerderij waren, zagen we dat de koeien uitgebroken waren. Er was nog niemand op de hoogte en we gingen het melden, waarna we nog geholpen hebben om ze samen te drijven. ’s Avonds vertrokken we nog te voet naar Dingle . In sommige pubs is er life traditional music en dat zagen we wel zitten. We hadden al een pub ontdekt waar er een bord buitenstond waarop stond: geen TV, geen snooker, maar wel de jongste oude pub in Dingle met life-music. Geen TV, dat vonden we durven in een land van rugby, voetbal, golf en nog meer van die onzin. We hebben een gloeiende hekel aan die grote TV’s in cafés en pubs waar iedereen zit naar te gapen. Het werd een heel geestige avond in de drukbezochte pub met life optreden en de nodige hoeveelheid Guinness… Voor wie ooit in Dingle terechtkomt : ‘O Sullivans Courthouse Pub (http://www.osullivanscourthousepub.com/), als dat geen Ierse naam is!
We zeverden nog wat tegen de barman en toen hij hoorde dat we bijna zes maanden aan het reizen waren, zei hij :” You bastards!! “ Ik was niet van plan om mij te laten doen en zei: “you are a clean one you, shitting us out like that”, voor diegenen die niet zo goed Engels kunnen:”gij zijt nen properen gij, ons zo uitschijten”. Hij keek ons dwaas aan en zei:”What are you talking about?” En ik: “That goes you no nut on” (dat gaat je geen moer aan). Ik dacht in mijn eigen mijnzelf: als hij begint van een bout, dan begin ik van een moer..! Daar had hij niet van terug en weg was hij… Zo moet ge dat dus doen met jonge gasten die voor niks respect hebben, geen compassie..! Wel,eh, feitelijk eigentlijk is het iets anders gegaan. Het was nen toffe jonge gast die 8 maanden hard werkte en dan 4 maanden op vakantie ging. De zondag werkte hij ’s namiddags in de muziek/koffieshop van zijn ouders,Siopa Ceoil, en we beloofden om hem ’s anderendaags daar eens te komen opzoeken. Ondertussen was het al één uur geworden en werd het tijd om terug te keren, we moesten nog 5 km te voet… Aangezien de Guinness aan het werken was, waren het er misschien wel zes…De volgende morgen, de zondag, was er één koe uitgebroken en had ik ervoor gezorgd dat ze niet op de baan kon lopen. Daarop kwam de jonge Patrick naar ons om ons tien eieren te geven. Die voormiddag reden we nog een tocht van zo’n 45 km met de fiets langs de westelijke kust van Dingle, bijzonder mooi. Bij het terugkeren brachten we nog een bezoekje aan onze barman van de vorige avond, die ons trachtte te overhalen om die avond weer naar de pub te gaan, de snoodaard. Met ons ijzersterke karakter én onze lever die nog aan het recupereren was, hebben we echter geweigerd…
Music and coffeeshop
Die avond gingen we nog gratis water tanken bij “onze” boer en boerin en kwamen ze samen met de jongste nog eens binnen in de camion een kijkje nemen. De maandagmorgen, 2 april , zijn we vertrokken en stopten we in Dingle om in de Lidl inkopen te doen. Aan de kassa gekomen, moesten we echter een fles witte rum uit onze winkelkar achterlaten, omdat ze voor 10.30u geen sterke drank mochten verkopen…Daar staat ge dan: 1 dag voor ge vijftig wordt, te jong om een fles rum mee te krijgen !!?? Na 10.30u mag je er waarschijnlijk zoveel kopen als je wil, de logica is soms ver te zoeken…, maar niet getreurd, we zaten nog niet zonder…Volgende keer Ierland 3 zekers hé…
Fietstocht,the Ring of Dingle...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten